Nieuws - Side Image
Terug

Veendam gooide marktwerking overboord en zie: wachtlijsten verdwenen

22-09-2025

Jeugdhulp In Veendam en omgeving waren door marktwerking wel 220 aanbieders van jeugdhulp. Overleg en samenwerking waren bijna onmogelijk – tot de gemeente besloot het helemaal anders te doen. „We doen niet meer aan ’even iets proberen.’”

Huisarts Henk Veentjer kent Veendam goed, hij werkt er 35 jaar. Al tien jaar strijdt hij tegen bureaucratie in de jeugdhulp. Neem die ene patiënt, ze kwam met een medische vraag, maar bleek veel grotere zorgen te hebben. Ze was in paniek, somber en moe. Haar zoon van tien was geschorst op school wegens „verbale agressie” en dus kon ze niet werken, want hij kon niet alleen thuis blijven. Veentjer: „Er bemoeiden zich twaalf hulpverleners met dat gezin.” Haar zoon wilde na de zomervakantie weer naar school. Maar dat mocht pas als die twaalf met elkaar hadden https://www.nrc.nl/nieuws/2025/09/15/veendam-gooide-de-marktwerking-overboord-in-de-jeugdhulp-en-zie-de-wachtlijsten-verdwenen-a4906175 1/822-09-2025, 20:22 Veendam gooide de marktwerking overboord in de jeugdhulp en zie: de wachtlijsten verdwenen - NRC overlegd, halverwege september.” Veentjer: „De psycholoog die in mijn praktijk werkt, is toen al die mensen gaan bellen en zei: ‘Zorg dat dat jong meteen weer naar school kan!’ Omdat ze onze praktijk kennen en onze psycholoog overduidelijk deskundig was, werd er geluisterd.” Dit soort ervaringen dienden als inspiratie voor het nieuwe systeem voor jeugdhulp in Veendam. Jeugdhulp is alle hulp aan minderjarigen met psychische klachten – van klein tot groot. Tweeënhalf jaar geleden besloot de gemeente dit compleet om te gooien. Nu hebben alle huisartsenpraktijken en basisscholen een dag per week een gediplomeerde behandelaar in huis. Een psycholoog, gedragswetenschapper of orthopedagoog. Het aantal ingehuurde jeugdhulpverleners in Veendam is beperkt van tachtig tot zes organisaties die samenwerken onder de noemer ‘Jeugdexpertise punt’, ofwel Jep. Wachtlijsten De vraag naar jeugdhulp wordt in het hele land elk jaar groter. Inmiddels krijgt één op zeven kinderen en tieners professionele hulp. En in Veendam, een kleine gemeente ten zuidoosten van Groningen, zelfs één op zes. In Veendam staan villa’s naast wijken vol sociale huurhuizen. Arbeiders kwamen in de negentiende eeuw om in de fabriek te werken – later verdwenen de fabrieken, maar bleven de arbeiders. Er is relatief veel werkloosheid en armoede. Het jeugdhulpsysteem in heel Nederland gaat gebukt onder wachtlijsten. Gezinnen melden zich met al hun problemen bij hun gemeente. Omdat onderscheid maken tussen ernstige klachten (een eetstoornis) en lichtere (een extreem grote mond) voor gemeenten op voorhand lastig is, ontstaan wachtlijsten, waarbij ook kinderen met grote problemen (denk aan geweld thuis) soms zes maanden niets horen. Daarnaast lopen veel kleine problemen door de wachtlijsten uit de hand, vertelt Anne Hueting, als orthopedagoog werkzaam in Veendam. Een wat onzekere tiener, wil helemaal niet meer eten; een kind dat niet naar school wil, gaat op een gegeven moment helemaal niet meer en sluit zich dagenlang op in zijn kamer.

Vertragen aan het begin: een goed gesprek met ouders en kinderen. ‘Dat kost tijd maar levert betere hulp op’ Veendam veranderde de jeugdhulp vanwege de wachtlijsten. Sinds twee jaar is er nog maar één aanbieder voor ambulante jeugdhulp: Jep. Met enkele organisaties achter de hand, voor als het te druk wordt. Jep heeft geen kantoor. Ouders melden zich bij een hoogopgeleide professional van Jep, zoals Hueting, die meteen, binnen een paar gesprekken, lichte van zware problemen scheidt. Bij lichte problemen volgen onmiddellijk oplossingen – 65 procent van die opvoedvragen, vertelt Hueting, is binnen vier goede gesprekken afgehandeld. Bijvoorbeeld een beginnende angst voor groepen of toetsen. Bij ingewikkelde problemen, maakt ze een ‘verklarende analyse’ met het gezin over de oorzaken. Wat bleek? Binnen twee jaar verdwenen de wachtlijsten in Veendam, daalt de schooluitval en zijn er minder crisssituaties. En de kosten zijn lager dan in 2021. Intussen vragen gemeenten uit heel Nederland informatie aan over de Veendamse werkwijze. Normaliseren Waarom is de vraag naar professionele jeugdhulp zo gegroeid? Onzekere ouders, zegt Hueting. Veel van wat ze doet, is „normaliseren”. Uitleggen dat het gedrag van hun kind bij de ontwikkeling hoort en overgaat. Kinderen die bang zijn voor honden, peuters die bijten, tieners die brutaal zijn of experimenteren met blowen. Meestal is dat tijdelijk, maar weten ouders zich er geen raad mee. „De drempel voor ouders om psychische hulp te vragen voor hun kind is laag geworden”, zegt Hueting. „Ze maken zich echt zorgen. Doordat we geen wachttijd meer hebben, durven die ouders zelf met onze tips aan de slag te gaan. Want ze mogen direct weer langskomen als het niet lukt.” Marktwerking was het devies nadat het Rijk de budgetten voor jeugdhulp in 2015 had overgeheveld naar gemeenten. Iedereen die zich hulpverlener noemt, kan sindsdien inschrijven op de aanbestedingen. Zo groeide in Veendam, Groningen en acht gemeenten in de regio binnen zeven jaar het aantal aanbieders van 30 tot 220.

Het gaat om eenpitters die psychologische hulp geven, met kinderen sporten of creatieve activiteiten aanbieden, maar ook gevestigde jeugdzorg- en ggz-instellingen. „Allemaal werken ze met de beste bedoelingen, maar het geheel was ongecoördineerd en samenwerken met zulke aantallen is ondoenlijk”, zegt Maarten Wetterauw, directeur van de Groningse ggzinstelling Molendrift. Ambtenaren van de gemeente verdeelden, zoals overal, de vraag over het aanbod. Intussen kreeg wethouder Ans Grimbergen (Sociaal domein, PvdA) er schoon genoeg van dat de jeugdhulp in Veendam steeds duurder werd. De prijzen waren hoog en de vraag bleef groeien. „We hadden geen zicht op de kwaliteit”, zegt Grimbergen. Jongeren gingen vaak van hulpverlener naar hulpverlener en de gemeente moest elke keer de rekening betalen, soms wel vijf jaar lang. „Ik had inmiddels goede ervaring met bijvoorbeeld de huishoudelijke hulp en dat wilde ik ook voor de jeugdhulp. Een klein aantal partijen die elkaar kennen en in de leefwereld van het gezin werken”. Zo ontstond Jep.

Jeugdhonk In het ruime jeugdhonk staan een biljarttafel en zitzakken. Na schooltijd maken er wel zeventig jongeren gebruik van. Sportfaciliteiten zijn er in Veendam, maar cafés en ander vermaak amper. Het jeugdhonk is drukbezocht. Elke twee weken overlegt Hueting er met mensen van Jep. „We regelen alle ambulante jeugdhulp (begeleiding thuis of gesprekken met een therapeut) én we zijn verantwoordelijk voor de kosten”, zegt Hueting. Jep krijgt nu een vast bedrag van 6 miljoen euro per jaar van de gemeente. Om de kosten in de jeugdhulp te beperken, was lange tijd het idee bij overheden dat hulp voor ‘lichte’ problemen door lageropgeleide mensen kon worden geboden en naarmate de problemen ernstiger waren, duurdere mensen (een ggz-psycholoog, orthopedagoog of psychiater) ingeschakeld konden worden. In Veendam werkt dat nu omgekeerd: een wetenschappelijk geschoolde professional analyseert de situatie eerst goed, daarna wordt – zo nodig – pas ingegrepen. 

Vaak, vertelt orthopedagoog Hueting, kregen gezinnen op een wachtlijst voor gespecialiseerde zorg alvast hulp in de vorm van kleine ‘interventies’ gericht op symptoombestrijding. Dat werkt zelden, zegt ze. „Voorbeeld: je leert een kind omgaan met emoties, omdat het vaak boos is en anderen schopt, slaat of uitscheldt. Maar als je niet onderzoekt waarom het kind boos is, blijft het probleem vaak terugkomen.” Marktwerking was het devies: het aantal aanbieders groeide van 30 tot 220 in zeven jaar Sterker: voor elk kind dat uit huis wordt geplaatst, zijn gemiddeld al zeven interventies mislukt. Hueting: „Wij stellen nu: baat het niet dan schaadt het wél.” Wethouder Grimbergen: „‘Even iets proberen’ – dat doen we niet meer.” Volgens ggz-directeur Wetterauw lukt het Jep de helft van de cliënten te helpen voor gemiddeld 600 euro; vóór Jep begon, was het goedkoopste traject 1.500 euro. Ook huisarts Veentjer zweert bij het nieuwe systeem. Alle jongeren die bij hem aankloppen, stuurt hij naar de behandelaar die Jep in zijn praktijk onderbracht. Vaak volstaan vier of vijf gesprekken. „Na één jaar had zij zeventig gezinnen geholpen: dertig verwees ze door naar gespecialiseerde hulp, voor veertig was dat onnodig. Als die patiënten zich bij de gemeente hadden gemeld, zouden dat er zeventig zijn geweest. Op een wachtlijst.” Spijbelen Neem een meisje van zestien dat depressief was, zichzelf sneed, spijbelde, stal uit winkels en in een kraakpand rondhing. Telkens kwam politie aan de deur. Moeder werd er overspannen van. Wetterauw: „Jep heeft een klein netwerk rond dat gezin opgezet. De conciërge appte de behandelaar elke dag dat het meisje niet op school verscheen. De agent liep elke dag door het kraakpand en nam haar mee als ze daar zat. Voor de moeder werd het overzichtelijk: je doet het goed als jij zorgt dat ze op tijd opstaat, ontbijt en naar school vertrekt. Zonder deze samenwerking was de kans groot dat het bergafwaarts was gegaan.” Dankzij de nieuwe werkwijze heeft de crisisopvang minder te doen en de algehele kosten liggen al lager dan in 2021. Het hele „rapportagecircus” – de kostenverantwoording per gezin heeft wethouder Grimbergen verkleind. Eén keer per maand praat iemand van Jep met een ambtenaar, één keer per kwartaal met haar over de kosten. De opdracht was dat Jep in 2025 en 2026 10 procent ónder het Veendamse jeugdhulpbudget van 2021 zou komen. Wetterauw: „We zitten er al ver onder. Maar het echt bijzondere is dat er geen wachtlijsten meer zijn.”